MONOCULTURE: CASE STUDIES
Sigmund Freud, Massenpsychologie und Ich-Analyse (Group Psychology and the Analysis of the Ego), 1921
Published by Internationaler Psychoanalytischer Verlag
First edition
Collection M HKA, Antwerp
In 1921 scheef de grondlegger van de psychoanalyse Sigmund Freud met Massenpsychologie und Ich-Analyse (Massapsychologie en de analyse van het ik) zijn belangrijkste werk over collectieve psychologie. In de inleiding maakt Freud duidelijk dat psychologie van het individu, door de relaties die we steeds aangaan met anderen, onlosmakelijk verbonden is met sociale- en groepspsychologie. Om de dynamiek die de individuen van een groep bijeenhoudt en de stabiliteit ervan verzekert te onderzoeken, vertrekt Freud van La Psychologie des foules (De psychologie der massa’s) van de Franse socioloog en psycholoog Gustave Le Bon uit 1895. De theorieën van Le Bon hebben ook fascistische leiders als Benito Mussolini en Adolf Hitler geïnspireerd.
"Le Bon denkt dat de specifieke eigenschappen van individuen in een groep worden uitgewist, en dat op die manier hun eigenheid verdwijnt. Het raciale onbewuste komt naar voren; wat heterogeen is, wordt opgeslokt door wat homogeen is. We kunnen zeggen dat de mentale bovenbouw, waarvan de ontwikkeling bij individuen zulke verschillen vertoont, wordt verwijderd, en dat de onbewuste fundamenten, die bij iedereen gelijk zijn, zichtbaar worden."
In navolging van Le Bon stelt Freud dat individuen als deel van een massa een gevoel van macht ervaren dat ze tot extreme daden aanzet die ze in een persoonlijk contact nooit zouden stellen. Verder in het boek onderzoekt hij twee specifieke situaties van massapsychologie: binnen de Kerk en binnen het leger. Voor Freud is de figuur van de leider cruciaal. Hij of zij zorgt voor de samenhang en de identificatie binnen de groep door de illusie te scheppen dat alle groepsleden evenveel geliefd en gewaardeerd worden. Om de cohesie binnen de groep nog te versterken, wordt een vijandbeeld buiten de groep gecreëerd. Door het impulsieve en intolerante karakter van een massa, stelt Freud dat ze alleen luistert naar extremen.