MONOCULTURE: CASE STUDIES
Anatoly Lunacharsky, "Socialist Realism", 1933
Anatoly Lunacharsky was een vooraanstaand revolutionair, criticus en essayist. Hij werd aangesteld als eerste bolsjewistische volkscommissaris verantwoordelijk voor het ministerie van Onderwijs. In zijn toespraak 'Socialistisch Realisme', gehouden op de tweede plenaire zitting van het Organisatiecomité van de Unie van Sovjetschrijvers (12 februari 1933) en gepubliceerd in Sovjettheater (1933, nr. 2-3), beschouwt Lunacharsky kunst als een belangrijke kracht in de socialistische strijd en de socialistische opbouw. Hij legt de nadruk op de sociale rol van kunst en geeft een definitie van de socialistisch-realistische methode. Tegelijk grenst hij ze af van andere vormen van realistische kunst, zoals het 'burgerlijk' of statisch realisme, naturalisme en romantisch realisme. Hij concludeert dat een van de belangrijkste verschillen tussen socialistisch realisme en andere artistieke stijlen de definitie van 'waarheid' in de kunst is. Een socialistisch realist beschouwt de waarheid niet als een gegeven feit maar als veranderende en evoluerende materie. Een betrouwbare weergave van de waarheid vereist in de kunst dus een “analyse van de werkelijkheid in haar revolutionaire ontwikkeling.” De term socialistisch realisme ontstond in het voorjaar van 1932 toen de Unie van Sovjetschrijvers werd opgericht. Dit nummer van Sovjettheater was het laatst gepubliceerde nummer voordat het tijdschrift werd opgedoekt – nadat het decreet van 1932 'Over de herstructurering van literaire en artistieke organisaties' van kracht ging. Dat laatste stipuleerde de ontbinding van de bestaande literatuur- en kunstgroepen, het aan banden leggen van journalistieke activiteiten, en de vorming van door de staat gecontroleerde 'creatieve vakbonden'. Het lidmaatschap van die vakbonden was verplicht voor iedereen die zijn artistieke activiteiten wilde voortzetten.