MONOCULTURE: CASE STUDIES

©Produced by King Typographic Service Corp
Universal Declaration of Human Rights approved by the General Assembly of the United Nations, Paris, 10 December, 1948 
Andere , 16,5 x 23 cm
Paper

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) werd op 10 december 1948 aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. De resolutie van 30 artikels is juridisch niet bindend maar vormt een belangrijke basis voor internationale verdragen, economische overdrachten, regionale mensenrechteninstrumenten, nationale constituties en -wetten. Van de 58 VN-leden in 1948 stemden 48 landen voor de aanvaarding van de verklaring, de overige landen onthielden zich, waaronder Polen, Saudi-Arabië, Zuid-Afrika en de USSR. Tijdens het ontwerpproces waren veel Aziatische en Afrikaanse landen kolonies van landen die actief deelnamen aan de uitwerking van de verklaring. Als gevolg vonden velen dat de stem van de kolonisator vervat zit de UVRM, maar niet die van de gekoloniseerde. Het zogenaamde universele karakter van de verklaring wordt al sinds haar ontstaan in vraag gesteld. Reeds tijdens het uitwerken van de UVRM waarschuwde de American Anthropological Association voor een overheersend Westers en kapitalistisch perspectief. De universaliteit is voornamelijk een representatie van Europese, Joods-Christelijke en Verlichte ideeën die hun oorsprong vonden in Westerse samenlevingen en waarmee andere culturen zich moeilijker kunnen identificeren. Daarnaast is de verklaring het resultaat van diplomatieke en politieke strategieën. Ze beklemtoont burgerlijke en politieke rechten. Economische, sociale en culturele rechten zijn ondergeschikt in de verklaring, terwijl net deze rechten mogelijk centraler staan in  socialistische of communistische systemen.