MONOCULTURE: CASE STUDIES
James Davison Hunter, "Culture Wars: The Struggle to Define America", 1991
Met zijn boek Culture Wars: The Struggle to Define America herintroduceerde de Amerikaanse socioloog James Davison Hunter het concept ‘cultuurstrijd’ als reactie op wat hij beschouwde als een door de seksuele revolutie en de identiteitspolitiek aangedreven, verregaande polarisatie binnen de Amerikaanse politiek en cultuur. Vanuit zijn analyse van op dat moment urgente maatschappelijke vraagstukken, zoals abortus, wapen wetgeving, scheiding van kerk en staat, privacy, recreatief druggebruik en homoseksualiteit, argumenteert Hunter dat de tweedeling van de samenleving niet langer in eerste instantie langs een religieuze, etnische, sociaaleconomische of politieke breuklijn loopt, maar eerder te begrijpen is als twee moreel tegengestelde wereldbeelden: progressief en orthodox. Hunter definieert het orthodoxe wereldbeeld als een statische, universele en extern opgelegde opvatting van moraal. De progressieve houding gaat ervan uit dat ethiek contextueel gebonden is en evolueert naar een tolerante en inclusieve maatschappij. Deze twee groepen voeren volgens Hunter voortdurend strijd om de morele autoriteit en proberen controle te verwerven over culturele en politieke instituten. Een sereen en constructief debat tussen ‘progressieven en orthodoxen’ lijkt Hunter onmogelijk.
"De belangrijkste reden waarom elke partij haar rivalen karakteriseert als extremisten buiten de mainstream, is dat elke partij vurig gelooft dat de andere een agressieve agenda van sociale, politieke en religieuze onverdraagzaamheid belichaamt en uitvoert."