MONOCULTURE - ARTWORKS

©Photo: M HKA
Square Tubes, Series DW
Installatie
cardboard

“De voorwerpen zijn bedoeld om de objectieve aard van industriële producten te bezitten. 
Ze zijn niet bedoeld om iets anders te vertegenwoordigen dan wat ze zijn.” – Charlotte Posenenske

Charlotte Posenenske (1930–1985) werd geboren in het Duitse Wiesbaden als Liselotte Henriette Mayer. Tussen 1951 en 1952 volgde ze een kunstopleiding aan de Stuttgarter Kunstakademie, waar ze les kreeg van de bekende schilder Willi Baumeister. Haar huwelijk met architect Paul Posenenske (van 1955 tot 1968) had een grote invloed op haar ontwikkeling als kunstenaar. In 1985 overleed ze op vijfenvijftigjarige leeftijd in Frankfurt am Main.

VROEGE CARRIÈRE

Charlotte Posenenske begon haar artistieke carrière in het theater als decorbouwer en kostuummaker. In het theater kwam ze in contact met grote canvassen en de vele activiteiten achter de schermen. Het werken met grote, maar toch gemakkelijk te verplaatsen decorstukken was een bron van inspiratie voor haar latere werk.

Daarnaast liet het gemeenschapsgevoel binnen het theatergezelschap een grote indruk op haar na; honderden individuen die samenwerken aan een gemeenschappelijk optreden. Het is een concept dat later zal weerkeren in haar kunst.

FILOSOFIE

Charlotte Posenenske trachtte niet op te vallen. Dit was te wijten aan haar verleden en ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog; wegens haar Joodse afkomst werd ze van school gestuurd en moest ze zich lange tijd verborgen houden. Ook als kunstenaar wou ze deel uitmaken van een collectief: kunst was niet iets dat door en voor individuen, maar wel als een sociale actie voor een publiek gemaakt moest worden. Om dit te bereiken, moest kunst op grote schaal geproduceerd kunnen worden en door een breed publiek eenvoudig te assembleren zijn. De kartonnen Vierkantrohre (Vierkante Buizen Reeks DW) waren de ideale dragers voor dit idee. Daardoor wordt Posenenske beschouwd als een van de eersten die participatieve kunstwerken maakte.

SOCIAAL ENGAGEMENT

Als laatste stap in haar artistieke evolutie liet ze de kunst achter zich. Dit kan gezien worden als een kunstmatige act, of als het eindresultaat van de minimalistische reductie. Ze ging sociologie studeren – die had volgens haar een grotere impact dan kunst – en werkte nadien nauw samen met de vakbonden.

OEUVRE

Na haar carrière in het theater werd Charlotte Posenenske zelfstandig kunstenaar. Haar eerste werken waren geïnspireerd door rotsformaties. De non-figuratieve panelen werden gemaakt door met een paletmes strepen en vegen aan te brengen. Later maakte ze de overgang naar een andere beeldtaal, en naar andere materialen, zoals gekleurde tape, spuitbussen, stiften, metaal en karton. Posenenske bleef verder experimenteren en kwam zo los van het platte vlak.

Door middel van vouwen, buigen en het reliëf liet ze de tweedimensionaliteit steeds verder achter zich. Deze ontwikkeling zette zich voort tot ze uiteindelijk bij haar Vierkantrohre uitkwam. Eerst in verzinkt staal, daarna in het eenvoudiger te verplaatsen en op te stellen gegolfd karton. Haar laatste werken waren de Drehflügel: betreedbare kubussen die door het publiek continu aangepast kunnen worden. De draaiende panelen kunnen moeiteloos geopend of gesloten worden. Haar werk was steeds in een stijl die vergelijkbaar is met de minimal art.

SERIES DW VIERKANTROHR

De Vierkante Buizen Reeks DW is de kunst van Charlotte Posenenske in haar zuiverste vorm. Tussen 1967 en 1968 construeerde ze deze strak minimalistische kartonnen buizen. De holle sculpturen bestaan uit verschillende modules die aanpasbaar zijn aan de beschikbare ruimte. Elke installatie kan worden gewijzigd en herschikt, en als consumptiegoederen kunnen de buizen eindeloos worden gereproduceerd. Ondanks hun lichte materialen kunnen de installaties monumentale proporties bereiken, maar hun marktprijs blijft altijd dezelfde. Posenenske maakte geen winst op de Vierkantrohr; ze gebruikt de markt louter als distributiekanaal.

Charlotte Posenenske werd beïnvloed door het Russische constructivisme en het Nederlandse De Stijl; ze verhief beide kunstvormen tot betreedbare, puur architecturale kunst met een sociale en participatieve kant.

De tentoonstelling werd gerealiseerd in samenwerking met G262 Sofie Van de Velde, Dr. Burkhard Brunn (Estate Charlotte Posenenske) en Galerie Medhi Chouakri.