MONOCULTURE - ARTWORKS

(c)image: M HKA/CC
Vivre d'Abord [To Live, Above All], 1979
Fotografie , 71 x 129 cm, 115 x 135 cm, 74.5 x 122.5 cm
photo, paper

Doorheen heel zijn œuvre tast Danny Matthys de mogelijkheden en de beperkingen van het vergaren van kennis via het visuele af. Hij gelooft dat men door het maken van beelden tot inzicht in de wereld kan komen. Vivre d’Abord stamt uit een periode waarin Matthys de betekenisgeving van beeldmateriaal onderzocht. Orde en maat, analyse en systematisering zijn veel voorkomende begrippen bij de bespreking van Matthys’ werk. Deze begrippen zijn dan ook zeer toepasbaar op de uitgekiende, doordachte en bijna klassiek aandoende compositie van Vivre d’Abord, dat bestaat uit oude zwart-wit foto’s die door de kunstenaar zijn ingekleurd. Niet alleen het werk in zijn geheel, maar ook de bovenste foto is opgebouwd als een driehoek. Tevens streeft Matthys met een klassiek ensemble van verlenging en herhaling in de lijnvoering van de figuren naar evenwicht. De gebruikte grijstinten doen denken aan fotodruk tradities van voor de jaren zestig, voor deze werden gestandaardiseerd. Op die manier hergebruikt Matthys een oud mechanisme in een nieuw kader. De gebruikte foto’s stammen hoofdzakelijk uit de jaren dertig van vorige eeuw. Het naakte menselijke lichaam is alomtegenwoordig. De foto’s tonen het verbeten streven naar perfectie in de jaren dertig, de vooroorlogse mentaliteit die lichamelijke zuiverheid aan geestelijke zuiverheid wilde koppelen. Matthys ontmaskert deze Duitse Freikörper-Kultur als een belangrijk onderdeel van de nazistische beeldcultuur. Maar Vivre d’Abord gaat veel verder dan deze negatieve, historische invulling van lichamelijkheid. Het werk is dan ook eerder een evaluatie van het menselijk lichaam in al zijn aspecten [zowel het atletische, het kinderlijke, het mannelijke en het vrouwelijke lichaam komen aan bod], waarbij schoonheid onlosmakelijk verbonden is aan vergankelijkheid. De foto’s trekken ons aan en stoten ons tegelijkertijd af. De beelden ademen gevoelens van hoop en wanhoop, macht en onmacht, het individuele en het collectieve… Uit het werk spreekt tevens een zekere melancholie en een gevoelige, subtiele en tegelijkertijd hopeloze sensualiteit.